Bij Sekai Bonsai geloven we dat elke boom een verhaal vertelt. Maar waar hoort dat verhaal zich af te spelen — binnen of buiten? De term "binnenbonsai" doet vermoeden dat sommige bomen gemaakt zijn voor het leven in huis. In werkelijkheid is dat niet zo eenvoudig.
Buiten is de oorsprong
Bonsai zijn bomen. En bomen leven buiten. Ze zijn gewend aan wind, regen, zonlicht en seizoenswisselingen. Voor klassieke soorten zoals esdoorn, den, beuk of lariks is dat buitenleven essentieel. Ze hebben kou nodig om tot rust te komen in de winter en nieuwe energie op te bouwen voor het voorjaar. Dit zijn echte buitenbonsai — ze horen het hele jaar door buiten te staan.
Wat we dan "binnenbonsai" noemen...
…zijn eigenlijk tropische of subtropische bomen die onze winters niet overleven. Denk aan soorten zoals:
- Ficus (retusa, ginseng, microcarpa)
- Schefflera arboricola
- Portulacaria afra (olifantsvoet)
- Carmona microphylla (Fukien Tea)
- Serissa foetida (“Tree of a Thousand Stars”)
- Sageretia theezans
Deze soorten komen uit warme klimaten. Ze zijn niet winterhard, en dus houden we ze binnen — in een warme, lichte ruimte, beschermd tegen kou. Niet omdat ze binnen thuishoren, maar omdat we ze zo in leven houden.
Hoe verzorg je een tropische bonsai in huis?
Een boom in huis vraagt wat extra aandacht. Hier lees je hoe je hem sterk en gezond houdt:
Licht
Zet je bonsai zo licht mogelijk, bij voorkeur voor een raam op het zuiden. Heeft je woning weinig zonlicht? Dan is een groeilamp een goed idee.
Water geven
Voel dagelijks aan de grond. Is de bovenlaag droog? Dan mag je water geven. Gebruik zacht water als dat kan, en zorg dat er geen water onderin de pot blijft staan.
Luchtvochtigheid
Onze huizen zijn vaak te droog, vooral in de winter. Zet je boom op een schaal met vochtige kiezelstenen of besproei hem regelmatig licht. Tropische soorten houden van 50–70% luchtvochtigheid.
Grond en voeding
Gebruik een luchtige, goed drainerende bonsaimix met bijvoorbeeld akadama en lava. In het groeiseizoen (lente tot herfst) kun je regelmatig bijmesten — klein en vaak.
Verpotten
Elke 2–3 jaar mag je tropische bonsai verpotten, bij voorkeur in het voorjaar. Hierbij snoei je ook een deel van de wortels terug om de boom vitaal te houden.
Gereedschap & onderhoud
Met goed gereedschap werk je niet alleen netter, maar ook gezonder voor de boom. Een concave tang, draaddoorhaler en fijne schaar zijn je beste bondgenoten.
Let op signalen
Verkleurde of hangende blaadjes wijzen vaak op te weinig licht of verkeerd water geven. Ook spint en bladluis komen soms voor — inspecteer je boom regelmatig.
Tot slot
“Binnenbonsai” is dus geen echte soortaanduiding, maar een manier van houden. Bij Sekai Bonsai vinden we het belangrijk om dit eerlijk uit te leggen. Want een bonsai leeft — en verdient een plek waar hij kan ademen, groeien en schitteren.
Heb je vragen over welke soort bij jouw leefomgeving past? Kom langs, mail of stuur een foto van je ruimte. We denken met je mee — met aandacht voor boom én mens.